A.N.D. 500 – Parasitisme – Vee

A.N.D. 500 – Parasitisme – Vee

Corsicaans mos (Alsidium helminthocorton), Kamille (Anthemis nobilis), Tijm (Thymus vulgaris), Passiebloem (Passiflora incarnata), Echinacea (Echinacea purpurea)

Categorie:

Beschrijving

Immuunsysteem

Wanneer aan alle behoeften van de dieren is voldaan, is hun natuurlijke afweer tegen parasitisme zeer sterk. De zoötechnische prestaties zijn dan erg hoog. Deze verdedigingssystemen, die genetisch geprogrammeerd en zeer efficiënt zijn, hebben specifieke voedingsstoffen nodig om zich te uiten en deze zijn niet altijd aanwezig in de moderne landbouwsystemen. Ze moeten aanvullend gegeven worden, hier speelt A.N.D. z’n rol. . De fokker zal dan een verbetering vaststellen in de fundamentele criteria van winstgevendheid: vruchtbaarheid, kwaliteit van de melk, gezondheid van de uier, colostrum, gezondheid van de kalveren, vermindering van de onnodige hervormingen, minder veterinaire uitgaven. Zijn inkomsten zullen beter zijn.

Immuniteit beheren

Exploitatie: 270 ooien, 80 Limousin koeien 87360 Verneuil Moustiers

“Bij ons is parasitisme onhandelbaar. We hebben longwormen, de grote leverbot, paramphistomum, coccidiose, … In 2015 hebben we meer dan 12 behandelingen moeten uitvoeren op de ooien en de lammeren en de dieren zijn tot nu toe nog niet in topconditie. De dieren herstellen ietwat onmiddellijk na de behandeling, echter dit is niet van lange duur, soms moet de behandeling een maand later al opnieuw worden begonnen. Zo ontstaat er veel verlies. Koeien worden vooral getroffen door leverbot en paramphistomum, er is geen remedie, we behandelen ze maar het komt steeds terug.”

De totstandbrenging van een Bionature-protocol

Eind mei 2016 ging voor de helft van de ooien en een partij koeien een gezondheidsplan tegen parasitisme van plan met in de eerste plek A.N.D. 500, eind juni volgde er een herinnering voor een nieuwe behandeling in september. Resultaten: geen interventie nodig voor “Bionature”-partijen, terwijl de andere ooien en lammeren verschillende keren moesten worden ontwormd. Wat betreft de runderen vertoonden de “Bionature”-koeien geen klinische symptomen en waren de analyses goed, terwijl deze resultaten voor de anderen totaal anders waren: er was een significante aanwezigheid van eitjes van paramphistomum en grote leverbot, waardoor het chemisch ontwormen noodzakelijk en verplicht was, gezien het besmettingsniveau. Rekening houdend met het bemoedigende resultaat van A.N.D. 500, dat bij lammeren vanaf hun eerste levensdagen in een continu kwadraat blok werd toegediend, was het resultaat: niets te melden, geen chemische behandeling nodig zoals in voorgaande jaren en de de op 60 en 85 dagen gerealiseerde fecaliënlaboratoriumresultaten testten negatief op longwormen en vertoonden een zeer laag niveau aan coccidiose , waardoor geen chemische tussenkomst vereist was.